Geld lenen als vennootschap: dit zijn de mogelijkheden
Er zijn verschillende situaties waarbij een vennootschap extra geld nodig kan hebben. Bijvoorbeeld bij de oprichting, maar ook wanneer er zich nieuwe kansen aandienen of er net een financiële tegenvaller moet worden opgevangen. Hiervoor kan een vennootschap op verschillende manieren geld ophalen. De bank is een logische keuze, maar er zijn zeker ook alternatieven.
Zelf geld lenen aan de vennootschap
Wil je direct geld lenen met je vennootschap? Dan is de eenvoudigste oplossing om gewoon zelf geld aan je vennootschap uit te lenen. Je kan daarbij ook gewoon interesten overeenkomen en deze zijn slechts belast aan 30% roerende voorheffing. De vennootschap houdt deze roerende voorheffing in en dit werkt bevrijdend. Wel zijn er een aantal fiscale valkuilen, want de fiscus kan dit herkwalificeren als verdoken dividenden. Ook hierop wordt 30% roerende voorheffing ingehouden, maar de dividenden zijn echter geen aftrekbare beroepskosten.
De fiscus kan dit enkel herkwalificeren als er sprake is van een overdreven lening of interestvoet. Volg dus de rentevoeten die ook op de markt gelden en zorg ervoor dat het totale leenbedrag niet hoger is dan de som van het fiscaal gestort kapitaal op het einde van het boekjaar en de belaste reserves bij het begin van het boekjaar. De marktrente voor het jaar 2021 bedraagt zo’n 4,07%.
Andere geldschieters aanspreken
Naast de eigen vennoten kunnen ook anderen, zoals een andere vennootschap of vrienden of familie, geld lenen aan de vennootschap. Bij vrienden en familie is vooral de win-winlening een interessante piste. Voor de kredietgever is er dan een belastingkorting en daarnaast ontvangen de kredietgevers ook nog eens interest. Ook hier is de rentevoet wel beperkt.
En daarnaast kan men natuurlijk leningen aanvragen aan geldschieters als de bank. Dit kan onder meer via een investeringskrediet. Een investeringskrediet gaat men aan om bedrijfskapitaal en materiële, financiële of immateriële investeringen te financieren. Ook andere kredietvormen, zoals een hypothecair krediet voor de verwerving van zakelijk vastgoed, behoren tot de mogelijkheden.
Geld ophalen bij de overheid
Ten slotte moedigt de overheid ondernemerschap aan en biedt het talloze oplossingen aan om de toegang tot financiering te vereenvoudigen. Wanneer het risico voor de bank te hoog is, bijvoorbeeld omdat het om een heel innovatieve onderneming gaat, kan de overheid tot wel 75% van het geleende bedrag waarborgen. Naast de Waarborgregeling van de Vlaamse overheid kan men ook aankloppen bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Zij verschaffen risicokapitaal in ruil voor een kapitaalparticipatie. De overheid wordt met andere woorden aandeelhouder van de vennootschap. De verkoop van aandelen is sowieso een goede manier om nieuw vermogen aan te trekken, maar natuurlijk ziet niet iedereen dit zitten.
Daarnaast hebben de Vlaamse en de federale overheid nog talloze subsidies die bovenop bestaande regelingen als de kmo-portefeuille komen. Ook gemeenten en steden hebben soms eigen subsidies en steunmaatregelen waarop ondernemers een beroep kunnen doen. Hier zijn telkens eigen voorwaarden aan verbonden. De eenvoudigste manier om ze op het spoor te komen, is door de Subsidiedatabank van het Agentschap Innoveren en Ondernemen te raadplegen.